Inwendige Cardioverter Defibrillator (ICD)
Hartritmestoornissen waarbij de hartkamers niet meer samentrekken, zijn levensbedreigend. De bloedsomloop staat dan stil. Een inwendige defibrillator reageert door het geven van een electrische schok. Door deze schok wordt het hartritme weer hersteld.
Voorbereiding van de patiënt
De implantatie van een inwendige defibrillator kent weinig risico's. Uw cardioloog zal u zo volledig mogelijk over deze risico's inlichten, voordat de ingreep plaatsvindt. Het plaatsen van de inwendige defibrillator gebeurt in het SEHOS. De inwendige defibrillator wordt onder de huid aangebracht. De bijbehorende elektroden, worden via een ader in het hart geplaatst.
Het plaatsen van een inwendige defibrillator gebeurt op dezelfde manier als het plaatsen van een pacemaker. Het verschil is, dat na het plaatsen van de draden in het hart, een ritmestoornis wordt opgewekt. De inwendige defibrillator zal hierop reageren met een elektrische schok. Deze test gebeurt onder narcose, u merkt dus niets van. De ingreep duurt ongeveer een uur tot enkele uren. U blijft meestal een nachtje in het ziekenhuis.
Nazorg voor de patiënt
Na de operatie moet u regelmatig terugkomen voor controle. U krijgt duidelijke adviezen mee, over wat u de komende weken wel of niet mag doen. Voor het herstel na de operatie, moet u 6 tot 8 weken rekenen. Een inwendige defibrillator moet regelmatig gecontroleerd worden. Hiervoor heeft de patiënt geregeld contact met de cardioloog. De patiënt moet meestal 2 keer per jaar naar het ziekenhuis. De inwendige defibrillator wordt gecontroleerd en de cardioloog leest de gegevens van uw hartritme om te kijken of alles goed werkt.
Hartritmestoornissen waarbij de hartkamers niet meer samentrekken, zijn levensbedreigend. De bloedsomloop staat dan stil. Een inwendige defibrillator reageert door het geven van een electrische schok. Door deze schok wordt het hartritme weer hersteld.
Voorbereiding van de patiënt
De implantatie van een inwendige defibrillator kent weinig risico's. Uw cardioloog zal u zo volledig mogelijk over deze risico's inlichten, voordat de ingreep plaatsvindt. Het plaatsen van de inwendige defibrillator gebeurt in het SEHOS. De inwendige defibrillator wordt onder de huid aangebracht. De bijbehorende elektroden, worden via een ader in het hart geplaatst.
Het plaatsen van een inwendige defibrillator gebeurt op dezelfde manier als het plaatsen van een pacemaker. Het verschil is, dat na het plaatsen van de draden in het hart, een ritmestoornis wordt opgewekt. De inwendige defibrillator zal hierop reageren met een elektrische schok. Deze test gebeurt onder narcose, u merkt dus niets van. De ingreep duurt ongeveer een uur tot enkele uren. U blijft meestal een nachtje in het ziekenhuis.
Nazorg voor de patiënt
Na de operatie moet u regelmatig terugkomen voor controle. U krijgt duidelijke adviezen mee, over wat u de komende weken wel of niet mag doen. Voor het herstel na de operatie, moet u 6 tot 8 weken rekenen. Een inwendige defibrillator moet regelmatig gecontroleerd worden. Hiervoor heeft de patiënt geregeld contact met de cardioloog. De patiënt moet meestal 2 keer per jaar naar het ziekenhuis. De inwendige defibrillator wordt gecontroleerd en de cardioloog leest de gegevens van uw hartritme om te kijken of alles goed werkt.
▼ THIS IS YOUR POP WINDOW ▼